Yes – Relayer

1974 (Atlantic)

Tracks:
1: The Gates Of Delirium (21:55)
2: Sound Chaser (9:25)
3: To Be Over (9:08)

Door Alex Driessen:

Ik heb altijd gevonden dat “Relayer”, het zevende studioalbum van Yes uit 1974, een ondergewaardeerd album was. Voor mij daarentegen staat het stijf in mijn top 3 van beste Yes albums allertijden, samen met opvolger “Going For The One” (GFTO) uit 1977 en “Drama” uit 1980. Niet toevallig een trits opeenvolgende albums tussen midden en eind jaren ‘70.

Misschien komt het wel omdat ik op het moment van uitkomen die jonge, beïnvloedbare leeftijd had waarop indrukken extra binnenkomen. Of het nou de meisjes, de drank, een eerste (en direct laatste) sjekkie was, of dat zo felbegeerde nieuwe album van mijn favoriete band. Het was allemaal begonnen met die fantastische live driedubbelaar “Yessongs”, waarna met terugwerkende kracht “The Yes Album”, “Fragile” en “Close To The Edge” (CTTE) werden verzwolgen. “Tales From Topographic Oceans” (TFTO) bleek een lastiger te nemen horde maar ook daar heb ik me in vastgebeten om niet meer los te laten. Maar “Relayer” was en bleef een favoriet. Pas veel later ontdekte ik de jazz-rock invloeden en het spel van nieuwe toetsenist Patrick Moraz wat veel dichter bij deze muziekstroming lag. En uiteindelijk na een aantal jaren ook mijn voorkeur kreeg, naast mijn eeuwige liefde voor de progressieve rock natuurlijk.

Die eerder genoemde Moraz was de vervanger van Rick Wakeman, die Yes voor de eerste (en niet de laatste) keer had verlaten na het voor hem teleurstellende “Tales From Topographic Oceans”. Even wennen was het wel, de stijl van de Zwitser was anders dan die van de Brit maar dat hij zijn mannetje stond achter de batterij toetseninstrumenten, was al snel duidelijk. Verder was de samenstelling gelijk aan TFTO. Het album werd opgenomen in de thuisstudio van Chris Squire in Surrey en gemixt in de Advision Studios in Londen.

Het begint al bij de (klap)hoes van Roger Dean, volledig in stijl met de vorige iconische albumhoezen. Ditmaal zelfs met echte personen, de aflossing van de wacht vond plaats in het fantasierijk in de bergen. De ratelslangen liggen echter op de loer, klaar om hun dodelijk beet te plaatsen.

Het openingsnummer, het tweeëntwintig minuten durende The Gates of Delirium, zet al direct de toon. De geluidsexplosie met de tegendraadse ritmes en het dominante en imponerende gitaarspel van Steve Howe. Drukke muziek vooral, met de melodische baslijnen van Chris, het virtuoze toetsenspel van al genoemde Moraz, de zware metalen van drummer Alan White. Zanger Jon Anderson had het moeilijk om er bovenuit te komen, vocaal is zijn aandeel in dit openingsnummer dan ook relatief beperkt. Nee, dan de duikvluchten van Howe, vooral het gebruik van de pedal steel gitaar is kenmerkend voor dit album. Na een kwartier is het tijd om even adem te halen, het iconische Soon is de oase van rust die noodzakelijk is voor de balans. Weer die Fender steel en Anderson’s hemelse vocalen, ik was voor eeuwig verkocht.

Het album heeft de traditionele CTTE indeling van een volledige plaatkant gevuld door één nummer en twee nummers die samen de flipside innemen. Het eerste van die twee is het super complexe Sound Chaser. Het ritme is bijna onnavolgbaar, Squire’s basgitaar volgt de melodielijn van Howe’s sologitaar tot op de millimeter, de fanatieke drums van White en de elektronische klanken uit het toetsenarsenaal van Moraz completeren dit nummer. Dat is zo complex van aard is dat het de muzikanten van het huidige Yes samenstelling dun door de broek doet lopen bij de gedachte dit nummer live te moeten spelen. Ook hier een pauzemoment halverwege, Anderson krijgt even de vloer voor één van zijn meer esoterische momenten. Wat al weer snel voorbij is, met een stuk symfonische jazz-rock van de bovenste plank. De chants aan het eind zetten nog eens aan voor een eindsprint waarin met name Moraz excelleert.

Gek genoeg is het laatste nummer, het melodieuze door Howe geschreven To Be Over, altijd mijn favoriete nummer gebleven, tot op de dag van vandaag. Misschien wel als tegenwicht voor de hectische jazz-rock symfo van de andere tracks. Maar denk nou niet dat dit alleen maar de softe kant van Yes betreft, het nummer kent een fijne balans tussen eb en vloed, wat de klassieke nummers van Yes zo typeert. Na een harmonieus vocaal begin, neemt Howe wederom de slide gitaar ter hand waarna een spetterende solo op zijn Fender Telecaster volgt. Het daaropvolgende stuk is symfonische rock in zijn meest pure vorm, mede dankzij de toetsen van Moraz.

Bij het beluisteren van het album bekroop me weer dat gevoel van indertijd, de opwinding over de muziek, de teksten die ik nog steeds woord voor woord kan (en zou) meezingen. De tiener in mij (ver weggestopt) kwam bij tijd en wijle even boven, een heerlijke ‘trip down memory lane’.

Deze line-up zou niet lang overeind blijven, Moraz zou voor het volgende album, “Going For The One” uit 1977, al weer het veld ruimen. Om plaats te maken voor… Rick Wakeman, terug op het oude nest. Een serie uiterst succesvolle optredens zou nog volgen waarbij de heren, op het toppunt van hun roem, grote voetbalstadions in de VS en het Verenigd Koninkrijk zou bespelen. Een aanrader in dit verband is het optreden in het Queens Park Rangers Loftus Road stadion in Londen in 1975. Dit optreden werd opgenomen en verschijnt later als DVD onder de naam “Yes: Live – 1975 at Q.P.R.” Soon zou later nog als single zijn opwachting maken, de DeLuxe edition uit 2005 bevat zowel dit nummer als een ‘single edit’ van Sound Chaser plus een interessante zogenaamde ‘studio run through’ van Gates. Voor de echte fan.

Yes zou gedurende deze tour Nederland niet aandoen, de nummers zijn daarom nooit in Nederland live te horen geweest. Daar komt in 2023 hopelijk verandering in. Hopelijk, omdat het optreden, oorspronkelijke gepland voor 2020, al twee keer is verplaatst. Dan kan ik eindelijk genieten van een integrale live versie van mijn geliefde “Relayer”, dan 48 jaar oud. Het zal tijd worden.

After all your soul will still surrender
After all don’t doubt your part
Be ready to be loved

Bezetting:
Jon Anderson: leadzang
Steve Howe: akoestische en elektrische gitaar, pedal steelgitaar, elektrische sitar, zang
Patrick Moraz: toetsen (piano, Hammond, Vako Orchestron synth, Moog)
Chris Squire: basgitaar, zang
Alan White: drums, percussie

© Alex Driessen 2022