2014 (Kscope)

Liefhebbers van de Britse band The Pineapple Thief kunnen zich regelmatig te goed doen aan de vele interpretaties van de progressief getinte alternatieve rock die het gezelschap op hun albums aan de dag legt. Zo heeft de formatie rondom zanger/gitarist Bruce Soord al een fase achter de rug waarin de nummers langer mochten zijn met hier en daar zelfs een epic. Ook heeft The Pineapple Thief een periode gehad waarin het er wat heftiger aan toe ging. Op het hier besproken “Magnolia” uit 2014 ligt de focus nadrukkelijk op het korte, meer songmatige materiaal. In twaalf liedjes horen we weliswaar een wat lager proggehalte, “Magnolia” is uitermate genietbaar en verdient het predikaat ‘beste Pineapple Thief album’ dat velen hem toedichten absoluut.
Op sommige momenten zit er een heerlijke explosiviteit in de akkoorden en meestal is er een wonderschone onderlaag van strijkers toegevoegd. Constant echter is er dat bevlogen spel van Jon Sykes op de basgitaar dat in het oog springt, altijd geven de drums van Daniel Osborne je de zekerheid dat het goed zit op de plaat net als de gitaar-en toetsenpartijen dat doen en uiteraard lijmt Soord alles sterk aan elkaar met z’n melancholieke stem. Eigenlijk kan je onbekommerd naar de muzikale invullingen luisteren; het zijn de liedjes zelf die het meeste van je aandacht vergen. Zogezegd zijn er dus twaalf stuks en ik eet m’n schoen op als je er eentje minder gaaf vindt.
Als je het intro van opener Simple As That hoort, zou je zweren dat je naar een album van Anathema zit te luisteren en dat gevoel laat je gedurende de gehele cd niet meer los. Terwijl de nummers aan je voorbij trekken, komen daar namen bij als Radiohead, Blackfield en Porcupine Tree. Ondanks dat deze bands al jaren als vergelijkingsmateriaal worden genoemd, heeft The Pineapple Thief zeker een eigen gezicht en dat komt in de geweldige geluidskwaliteit goed naar voren. De gitaarextravaganza aan het eind van het monumentale Alone At Sea spint daar enorm garen bij.
Als muziekliefhebber ben ik altijd op zoek naar ‘magic moments’, momenten die de wereld op z’n kop zetten. “Magnolia” zit er vol mee. Een fraaie komen we tegen in Don’t Tell Me als de strijkers van zich doen spreken en Soord er een mooie gitaarmelodie doorheen speelt. Het door akoestisch gitaar voortgedreven titelnummer daarentegen moet het juist hebben van z’n opbouw, oftewel de combinatie van melodie, ritmiek en sfeer is op zich al magisch. Hetzelfde kan trouwens ook gezegd worden van The One You Left To Die dat meedingt naar de titel ‘hoogtepunt van het album’. Grove concurrentie kan verwacht worden van het dynamische Sense Of Fear dat het intro der intro’s heeft. Wat een geweldig staaltje muziek. Ook het pittige Breathe klinkt als een keelpastille zo fris. Dat is slim gedoseerd van Soord aangezien “Magnolia” voor een groot deel grossiert in ingetogenheid.
Het album sluit af met Bond, een prachtig nummer waar het geluid van een trompet refereert aan het triomfantelijke gevoel dat “Magnolia” op z’n minst genereerd.
De muziek is dus geweldig en de geluidskwaliteit subliem; het hoesje is zo mogelijk nog fraaier. Kan dat?
© Dick van der Heijde 2022