Manfred Mann’s Earth Band – Watch

1978 Bronze Records

Tracks:
1: Circles (4:50)
2: Drowning On Dry Land / Fish Soup (6:01)
3: Chicago Institute (5:47)
4: California (5:32)
5: Davy’s On The Road Again (5:55)
6: Martha’s Madman (4:52)
7: Mighty Quinn (6:29)

Prog, het is er in alle soorten en maten die je maar wilt. Een beetje omnivoor kan z’n buikje dan ook behoorlijk vol vreten. Bij een niet al te ingewikkelde progvariant denk je dan al gauw aan Manfred Manns Earth Band, temeer daar hun niveau van spelen gewoonweg uitstekend is en hun samenspel tegen het briljante aanschurkt. Het hier besproken “Watch” is het achtste album van de band en omdat de plaat is uitgekomen in 1978 markeert hij eigenlijk het eind van een glorieus decennium met albums als “Solar Fire” en “The Roaring Silence”.

Na “Watch” komt de band nog met het tamelijk melodieuze “Angel Station” waarna het voorgoed gedaan is met het maken van op progressieve rock geschoeide albums. Dat knipogen naar de commercie uit zich voornamelijk in de singles Davy’s On The Road Again en Mighty Quinn. Vooral Davy’s On The Road Again, dat enkele zeer pakkende melodieën kent, heeft de band enige roem opgeleverd. Voor de gemiddelde progfan ligt de genietbaarheid van het album uiteraard juist net bij de andere nummers. We tikken er wat dat betreft dan ook vijf aan.

Op de oorspronkelijke a-kant (ik zal “Watch” altijd blijven zien als lp) staan er vier. Opener Circles trekt direct de lijn van het vorige album “The Roaring Silence” goed door. Dankzij de betoverende, vaak hoge zang van Chris Thompson heerst er een mystieke sfeer. Niet dat het nummer ongrijpbaar is. Gaandeweg blijkt dat nieuwe bassist Patt King een prima vervanger is van de legendarische Colin Pattenden. In het daarop volgende tweeluik Drowning On Dry Land / Fish Soup komt na het zwierige eerste deel de klasse van King duidelijk naar voren als de band over gaat naar het zo goed als instrumentale Fish Soup. De samenwerking van de Earth Band is hier op z’n best, heerlijk gitaarwerk en hemelse Mellotron met een ondergrond van zeer melodieuze basgitaar en dat alles ondersteund door een zalige manier van drummen. Na dit grandioze stukje muziek keert de band terug naar het Drowning On Dry Land-gedeelte, zij het dat de leadzang hier achterwege blijft terwijl de koortjes nog van de partij zijn. Dat de band ook enigszins funky kan klinken, valt te horen in Chicago Institute, een typisch MMEB-nummer. Ook in de ballade California is de band weer helemaal zichzelf zoals hij dat al jaren is. Luister wat dat betreft even naar de afsluitende synthesizersolo. Ooit is geprobeerd California de hitlijsten in te krijgen, maar dat bood weinig soelaas. De nummers op de b-kant hadden meer succes.

Davy’s On The Road Again, wat valt er nog over te zeggen. Nou, bijvoorbeeld dat de schrijvers van het lied, John Simon en Robbie Robertson van The Band, heel blij mogen zijn met de classic rock/AOR-versie van Manfred Mann en z’n Earth Band. Fijn om te weten is dat de uitvoering die op “Watch” staat een flinke toetsensolo kent die op de single achterwege is gebleven. Ook over het afsluitende Mighty Quinn is genoeg gezegd lijkt me. Deze door Bob Dylan geschreven meezinger staat evenals Davy’s On The Road Again live op het album. In beide gevallen betreft het een opname die gemaakt is tijdens Pinkpop 1977. Als je lekker met de muziek meegaat ervaar je het feel good-karakter ervan. Tussen beide nummers in is daar Martha’s Madman, weliswaar geen livetrack, maar het past perfect dankzij het ontzagwekkende spel van Mann op de Moog.

Al met al valt er op “Watch” een hoop te genieten. De vijf studiotracks zijn voer voor elke progfan en de twee livetracks gaan dat festijn echt niet verstieren. We zijn er goed mee.

Bezetting:
Manfred Mann: toetsen en achtergrondzang
Chris Thompson: leadzang, gitaar
Dave Flett: leadgitaar, akoestische gitaar
Patt King: basgitaar, achtergrondzang
Chris Slade: drums, percussie
———
Met medewerking van:
Doreen Chanter: achtergrondzang
Irene Chanter: achtergrondzang
Stevie Lange: achtergrondzang
Victy Silva: achtergrondzang
Kim Goddy: achtergrondzang

Deze recensie verscheen eerder op Progwereld.

© Dick van der Heijde 2023