Lee Abraham – Distant Days

2014 (eigen beheer)

Tracks:
1: Closing The Door (6:15)
2: Distant Days (6:39)
3: The Flame (7:25)
4: Misguided (4:35)
5: Corridors Of Power (11:34)
6: Walk Away (8:13)
7: Tomorrow Will Be Yesterday (15:13)

De carrière van de gitaarspelende multi-instrumentalist Lee Abraham begint in 2003 als hij zijn eerste soloalbum “Pictures In The Hall” uitbrengt. Een volgend album “ View From The Bridge” ziet twee jaar later het levenslicht, waarna Abraham zich in 2005 als bassist bij de neo-progband Galahad voegt. Twee jaar later maakt hij indruk op het meesterlijke album “Empires Never Last”. In de daaropvolgende jaren gaat de focus bijna geheel op z’n solocarrière met in 2014 de release van z’n vierde album, het hier besproken “Distant Days”. Het gaat in die fase van z’n loopbaan allemaal voortreffelijk met als kers op de taart de dag in 2017 dat hij door Galahad gevraagd wordt om hun nieuwe gitarist te zijn. Er zijn inmiddels een paar prachtige platen van Galahad met hem als gitarist verschenen en het leuke is dat zijn solowerk daarnaast gewoon door is blijven gaan. Alles goed met u meneer Abraham?

Zijn muziek laat een bevlogen mengeling horen van heavy prog, AOR, classic rock en progmetal waarin sterke melodieën, flitsende solo’s en soepele tempo- en sfeerwisselingen vaste waarden zijn. Abraham toont zich met name op “Distant Days” een erg onbaatzuchtig muzikant die de lijst met gastmuzikanten niet alleen gebruikt voor eigen gewin maar ze ook inzet zodat ze zelf kunnen shinen. Zo bevat de vurig door Dec Burke gezongen opener Closing The Door een intense gitaarsolo van Karl Groom. Ondanks dat Abraham hier zelf een geweldig moment had kunnen creëren laat hij het toch aan de Threshold-gitarist over om deze progmetalsong te geven wat het verdient. Het album zit vol met dergelijk goedgeplaatste cameo’s.

Ook qua zang weet hij als een waar strateeg de poppetjes op de juiste plaats te krijgen. Echt een buil vallen is onmogelijk met namen als Marc Atkinson, Steve Thorne, John Young en eerdergenoemde Dec Burke in je adresboek en dat gebeurt dan ook niet. Kwaliteit gewaarborgd als de heren gaan zingen. Met het ballad-achtige titelnummer laat Abraham horen vocaal niet onder te doen voor zijn gasten. Zijn warme stem past erg goed bij de melancholieke uitstraling van de track. De solospot van dit nummer behelst een goed beheerste gitaarsolo van Lee Abraham zelf. Het komt allemaal zo lekker uit de verf dankzij het goed getimede drumwerk van Gerald Mulligan. Zijn mep is goud waard en het is dan  ook goed te begrijpen dat Abraham hem in elk nummer heeft ingezet. Ook zijn maatje Alistair Begg krijgt de gelegenheid zijn gehele instrumentarium, bestaande uit Chapmann stick, gefrette en fretloze basgitaar, te laten klinken.

Eén van de nummers die mij het meest aanspreekt is The Flame en dat zeg ik met de wetenschap dat de epische kroonjuwelen van het album zich nog moeten openbaren. The Flame is een heerlijk door John Young (Lifesigns) gezongen nummer vol aanstekelijk gitaarspel van respectievelijk Abraham zelf en John Barry. Het nummer is rondom voorzien van breedvoerige samenzang en dat komt de uitbundigheid van  de track enorm ten goede. Met het daaropvolgende Misguided levert Abraham precies af wat het album nodig heeft, namelijk een instrumentaaltje. Het sterke van dit nummer is dat het meer fonkelt dan dat het flitst, oftewel een showcase blijft uit.

En dan dient de eerste epic zich aan. Corridors Of Power is een prachtige tour de force die imposant opent waarna Rob Arnold met z’n piano en Marc Atkinson met z’n karakteristieke stem het in bedaard vaarwater doen belanden. Steeds meer zwelt het nummer aan en legt men een tintelende mengeling van emo-prog en heavy gitaarrock aan de dag. Het smeekt om meer en dat krijg je dan ook. Wel moet je dan nog  even het acht minuten durende Walk Away consumeren, een pakkend nummer dat niet had misstaan op z’n “Colours”-album uit 2017. Op “Distant Days” heeft het ook z’n functie. Het is een appetizer voor wat komen gaat.

Tomorrow Will Be Yesterday is een zalig progmetalfestijn waardoor je een kwartierlang van de wereld bent. De Porcupine Tree-achtige sfeer brengt je langs gedragen, meeslepende velden waar de bombast regelmatig de kop opsteekt en waar de toetsen voor een angstaanjagende spanning zorgen. Steve Thorne voorziet het nummer van zang en hij doet dat voortreffelijk met z’n beschaafde expressie. Het is een prachtig sluitstuk dat met een imponerend stukje telraamprog eindigt.

Chapeau.

Bezetting:
Lee Abraham: lead- (2) en achtergrondzang, elektrische en akoestische gitaar (1,2,6,7), toetsen
——————–
Met medewerking van:
Robin Armstrong: achtergrondzang (3,6,7), akoestische gitaar (5)
Rob Arnold: piano (1,2,5-7), toetsen (6,7), synth (7), achtergrondzang (3,6,7)
Marc Atkinson: zang (5)
John Barry: gitaar (3,6)
Dec Burke: zang (1)
Alistair Begg: Chapman stick (1,4,5), gefrette (3,6,7) en fretloze (2) basgitaar
Karl Groom: gitaar (1)
Chris Harrison: gitaar (1,2,4,5,7), achtergrondzang (3,6,7)
Gerald Mulligan: drums
Simon Nixon: gitaar (5)
Steve Thorne: zang (7)
John Young: zang (3,6)
Dave Philips: achtergrondzang (3,6,7)

© Dick van der Heijde 2023