Met “Solitary Witness” komt de Londense progband Landmarq in 1992 bijzonder goed uit de startblokken en dat valt voor een belangrijk deel op het conto te schrijven van Damian Wilson, hun zanger. De 22-jarige Wilson is op dat moment nieuw bij de band. Met z’n elastieken stem doet hij in niks denken aan z’n zingende progcollega’s die toch vaak Gabriel- en Collinstrekjes vertonen. Nee, Wilson heeft meer een Robert Plant (Led Zeppelin)-achtige stem en je kan goed horen dat achter elke noot die hij zingt een grote longinhoud en veel techniek schuilgaat.
Het is allemaal behoorlijk eigen wat Wilson doet en dat kan ook gezegd worden van z’n bandmakkers, ondanks dat de leadgitaar van Uwe D’Rose onmiskenbaar de Camelvibe heeft. Het bandgeluid is helder en fris, clean en transparant. Landmarq imponeert niet met bombastische gedragen passages maar komt liever met sterke composities en gouden invullingen.
Het springerige Killing Fields laat meteen horen hoe de vork in de steel zit. Aanvankelijk is het een staccato nummer met veel tingelende toetsen en statige partijen basgitaar. De zang is gedreven, er wordt strak gedrumd en hier en daar is er enige synchroniteit. Een lange melodieuze gitaarsolo met heldere strings doorklieft het spectrum om vervolgens weer terug te keren naar het zangstuk. Mede door de wat knijpende stem van Wilson heeft het een beklemmende sfeer en dat vinden we regelmatig terug op het album. Neem bijvoorbeeld Foxing The Fox of Tippi Hedren. Clive Nolan, tevens producer van het album, heeft de tekst van laatst genoemde geschreven en aangezien Hedren de hoofdrolspeelster is in de Alfred Hitchcock thriller The Birds is dat geen luchtig schrijfsel geworden.
Het album bevat twee nummers die er wat mij betreft uitspringen, zowel in muzikaal opzicht als qua lengte. Forever Young is een aangrijpend stuk met een zinderend middengedeelte waar Wilson flink uithaalt, terwijl de band met het epische Suite – St. Helens zijn fijnste moment beleeft. Het zou niet misstaan hebben op “Nude” van Camel.
Er zijn ook twee instrumentaaltjes aanwezig. Het door toetsenist Steve Leigh gecomponeerde April First is een bizarre. Het gaat over de dag dat de vriendin van Leigh naar het ziekenhuis ging om te bevallen maar dat ze tegelijkertijd aan kanker werd geopereerd waarvan ze op dat moment niet wist dat ze het had. Het is een markant nummer waar vreugde en verdriet elkaar afwisselen. Een haast klassiek slot toont de klasse van Leigh als componist.
Eigenlijk heeft elk nummer wel iets noemenswaardigs. Zo heeft het wat robuuste Terracotta Army een oosterse inslag aangezien het gaat over een opgraving van een 2000 jaar oud Chinees leger. After I Died Somewhere is een prachtige ballade over het eeuwige leven met een formidabele gitaarsolo tot besluit. Het afsluitende Borders is van andere makelij dan de voorgaande nummers. Het is een uitzwaailiedje, een meezinger.
“Solitary Witness” kan gezien worden als een aangename explosie van talent. Landmarq deelt er een dreun mee uit die tot in lengte van dagen merkbaar is. Incasseer ze met liefde; de enorme kwaliteitsslagen die de mannen hier maken. Op het album mag dan het nummer Forever Young staan; het hele album heeft het eeuwige leven. Ik zou zeggen Landmarq forever.
© Dick van der Heijde 2021