1970 (DGM)
Hoe is het mogelijk dat ik als 14-jarige snotaap zoveel plezier beleefde aan een album als “In The Wake Of Poseidon” van King Crimson. Was die muziek niet veel te excentriek voor mij? Blijkbaar niet want ik genoot volle bak van de cassette die ik van de lp had opgenomen. Vooral het nummer Cat Food met z’n eigenzinnige jazzy pianospel kwam goed bij me binnen evenals het met Mellotron doorspekte titelnummer. Tijdens m’n eerste kennismaking met het album werd ik direct gegrepen door de intrigerende hoes waarop twaalf mystiek uitgedoste figuren me uitnodigend aanstaarden. Ook de tot de verbeelding sprekende titels spraken me aan waardoor, zeker in combinatie met de eigenzinnige muziek, het zaadje was geplant.
Over naar de dag van vandaag. Een lezer wees me erop dat er nog geen albums van King Crimson op de site staan. Een blik op m’n to-do-lijstje maakte duidelijk dat er een aantal ingepland staan en dat het nu de beurt is aan “In The Wake Of Poseidon”. Komtie.
Het album, het tweede van de band verschijnt in 1970 en markeert het vertrek van twee bandleden, toetsenist, blazer Ian McDonald en drummer Michael Giles. Ook had zanger, bassist Greg Lake z’n vertrek aangekondigd omdat hij gevraagd was voor de band van Keith Emerson en Carl Palmer. Wel hebben ze hem nog over kunnen halen om de meeste nummers in te zingen. Ook Michael Giles besloot om de door hem opengevallen vacature dan maar zelf in te vullen. Dergelijk gerommel in de bezetting is niet echt goed voor de groepsdynamiek al hoor je dat er niet aan af. Sterker nog: er zijn enkele verfrissende nieuwe impulsen te horen zoals het feit dat Robert Fripp de toetsenpartijen zelf heeft gedaan en dat er saxofoon en jazzpiano aanwezig zijn. Ook ronkt de basgitaar van Peter Giles (de broer van) er lustig op los met warm smaakvol spel.
Het album gaat van start met het vocale Peace–A Beginning. Het stuk duurt slechts 50 seconden en de meesten daarvan gaan op aan een crescendo. Het intrigeert desalniettemin direct. Er staan uiteindelijk nog twee variaties van Peace op het album, ander arrangement, andere tekst. De innerlijke rust van Peace krijgt een daverend vervolg met Pictures Of A City. Het nummer kan het best omschreven worden als een jazzrock/fusion-variant op 21st Century Schizoid Man van het debuutalbum “In The Court Of The Crimson King”. De sax van Mel Collins past perfect in dit soms wat drukke nummer. Met het daaropvolgende Cadence And Cascade komt er rust in de tent. Fripp bespeelt hier de Celesta, een elektronische piano met een dromerig harmonium-achtig geluid. Het staat dit nummer goed zo samen met de broeierige zang van Gordon Haskell en het sfeervolle fluitspel van Mel Collins. Het is een mooi staaltje creativiteit. En dan het titelnummer. Eerdergenoemde track staat bol van de melancholie die prachtig aansluit bij de tijdgeest van het album. Het is zo bijzonder allemaal.
De B-kant opent met een door Fripp op akoestische gitaar gespeelde variant van Peace. Je hoort hierin overduidelijk het geniale van de meester. Verder bestaat deze plaatkant uit twee markante nummers plus de afsluitende variant van Peace waar zang en akoestische gitaar worden gecombineerd. Dat Cat Food opmerkelijk is, ligt op z’n minst aan het sterk ritmische karakter ervan maar ook omdat het lijkt of er een kat over het pianoklavier loopt. Het instrumentale The Devil’s Triangle is ronduit bizar met z’n roffelende ritme. Dit epische nummer komt zeer experimenteel over en dat is deze variatie op Mars van Gustav Holst dan ook. Fripp en consorten gaan weliswaar diep, ze verliezen zich hier nooit in schaamteloze hectiek. Hierdoor heeft het album een bijzonder randje dat z’n bijdrage heeft aan het interessante van het werkstuk.
“In The Wake Of Poseidon” is met al z’n figuren op de hoes een kleurrijk album met schitterende tracks en noten die wat harder te kraken zijn. Terugkijkend op de openheid van de jaren 70 kan ik best begrijpen dat deze man als jonge symfosnoeper behoorlijk ontvankelijk was voor dit album. Het zal niet meer gebeuren vrees ik.
© Dick van der Heijde 2023