2022 (Talking Elephant)
Zo ongeveer eens per jaar koop ik een cd van een band die me totaal onbekend is. Ook over het album in kwestie heb ik tot dan toe nog niks gelezen. Een pure gok dus, al moet ik wel zeggen dat ik dan via via al het nodige enthousiasme heb meegekregen.
Zo schafte ik enige tijd geleden “The Murder Wall” aan, het derde album van de Britse band Kaprekar’s Constant. Het album kwam precies op tijd in m’n leven, namelijk vlak voor een ziekenhuisopname die uiteindelijk vijf weken zou duren. Blijkbaar was ik de enige rocker ooit op IC want de verbazing was groot toen ik daar met mijn cd-speler plus toebehoren aan kwam zetten. Ik heb “The Murder Wall” daar grijs gedraaid en dat was niet alleen om de tijd weg te tikken. Het album heeft alles in zich om elke dag te boeien.
Maar eerst iets over die niet alledaagse bandnaam. Wikipedia zegt er het volgende over: het getal 6174 is bekend als de constante van Kaprekar, genoemd naar de Indiase wiskundige Shri Dattathreya Ramachandra Kaprekar. Helder?
“The Murder Wall” is een coherent album zonder rare bokkensprongen of grillige zijpaden. Dat had gemakkelijk anders gekund. Kaprekar’s Constant is namelijk een zevenkoppige band en het hier besproken album duurt op een seconde na 75 minuten. Mensen en tijd genoeg dus voor een uitglijder. Dat dat niet gebeurt heeft alles te maken met het feit dat alle composities geschreven zijn door een hecht drietal, Nick Jefferson (basgitaar, gitaar, toetsen) Al Nicholson (gitaar, toetsen, piano, mandoline) en Mike Westergaard (piano, toetsen, gitaar, achtergrondzang). Hun neuzen wijzen fier dezelfde kant uit en in het geval van dit album is dat recht omhoog. “The Murder Wall” vertelt namelijk verhalen over de vele beklimmingen van de linkerzijde van de Eiger, een berg in Zwitserland. Deze kant is gigantisch steil en beklimming ervan mag gelden als extreem gevaarlijk. Dit is door de jaren heen het decor voor de nodige tragedies en triomfen.
Om de verhalen goed uit de verf te laten komen is daar het zangduo Dorie Jackson en Bill Jefferson. Zij vervallen niet in uitbundige expressies maar komen met hun eigen integriteit. Zij klinkt strak, helder en lieflijk. Hij heeft een aandoenlijk, iet wat lijzig stemgeluid. Ze blenden perfect met elkaar alsof ze voor dit album gecast zijn. In het openende Prologue valt al goed te horen hoe fijn er gezongen wordt en dat gevoel wordt alleen maar sterker naarmate de cd vordert. Een fraaie prestatie levert Dorie Jackson in de ballade Failure Takes Care Of Its Own. Ook het sprankelende pianospel is er wonderschoon.
In deze fase van het album horen we verhalen van missies die niet goed afliepen en als een soort engel bezingt Judie Tzuke het perfectioneren van de beklimmingen. Met het nummer Victorious komt de eerste keer dat de top werd gehaald aan bod. Dat dit resulteert in muzikale euforie laat zich raden. Nummers waar een opmerkelijk verhaal achter schuil gaat zijn Third Man Down en A Silent Drum. Zo gaat Third Man Down over een klimtocht van twee man waarvan er eentje per ongeluk zijn jas van de berg laat vallen. Een filmploeg die toevallig op een andere berg een reportage aan het maken was, legde dat vast waarna de vraag rees wie die mysterieuze derde man was. A Silent Drum, naar mijn idee het beste nummer van het album, gaat over iemand die veertig jaar na dato de tocht volbracht die z’n vader destijds fataal werd. Zo gaat het album heerlijk verder en heb ik de tijd om de muziek nader te analyseren.
Het is een goede zet van mezelf geweest om “The Murder Wall” puur op de gok te kopen en daar zal het niet bij blijven. Er is namelijk gezinsuitbreiding in m’n cd-kast op komst. Er staan nog twee Kaprekarretjes te trappelen van ongeduld om op de plank te mogen staan.
Allereerst is daar een smakelijke mengeling van progressieve muziek en folk. Hierdoor hoor je in het bandgeluid enige gelijkenissen met o.a. de muziek van Mike Oldfield, Steeleye Span, Mostly Autumn, Moody Blues, Barclay James Harvest, Cat Stevens, Fairport Convention, Jethro Tull en Renaissance. Op ingenieuze wijze vullen gitaar, toetsen en basgitaar elkaar aan, dit door zelf amper op te vallen met een solo of iets dergelijks. Daarnaast zijn er smakelijke integraties van mandoline en accordeon, maar waar ik echt helemaal van uit m’n dak ga zijn de saxofoon- en dwarsfluitpartijen van m’n absolute held, David Jackson. Op de albums van Van Der Graaf Generator heeft hij laten horen wat de impact is van een thematische benadering en bij Kaprekar‘s Constant hoor je hem zo vaak, zo vaak. Het is een waar genot hem te horen spelen en door zijn toevoegingen heeft “The Murder Wall” voor mij de top behaald.
© Dick van der Heijde 2022