1994 (Progressive Rock Worldwide)


De Braziliaanse band Kaizen wordt in 1992 opgericht door Kleber Vogel, de virtuoze violist die even daarvoor het veelbelovende Quaterna Requiem had verlaten. Dat beide bands in elkaars vaarwater zitten is voor zover mij bekend nooit een probleem geweest. De stijl van zowel Kaizen als Quaterna Requiem is een mengeling van progrock, klassieke muziek en jazz die natuurlijkerwijs instrumentaal gebracht wordt. “Gargula”, het hier besproken debuut van Kaizen uit 1994, laat in zeven composities horen waar de band voor staat. Opmerkelijk is dat “Gargula” 25 jaar lang hun enige album was totdat in 2019 “Aquila”, hun tweede worp, verschijnt. Wel is de bezetting dan op Vogel na geheel veranderd. Dit maakt “Gargula” nog legendarischer dan dat hij al is. De vraag is alleen of we hier met een pareltje te maken hebben.
Laten we eerst maar eens naar het songmateriaal kijken. Opener Abertura is er een uit het boekje: een orkestraal stuk met een filmisch karakter vol bombast en de daarmee gepaard gaande heroïek en strijdlust. Te horen valt een weelderige mix van toetsengeluiden en echte klassieke intstrumenten als dwarsfluit, fagot, hobo en cello. Dit belooft veel voor de rest van het album.
Met het twaalf minuten durende Zenith laten de heren hun proghart spreken op een manier die inherent is aan het Braziliaanse temperament. Mooie toetsenpartijen en dito gitaarspel wisselen elkaar af in Camel-achtige setting, terwijl de viool van Vogel overduidelijk aan het Canterbury-geluid van Caravan doet denken. Het is een fraaie epic met plezierig bas- en drumspel. De ruimte die men trouwens biedt aan de dwarsfluit van gastspeler Roberto Meier is tekenend voor de beheerste sfeer van het album.
De eerste maten van het titelnummer laten de muziek weer in klassieke modus verkeren maar al vrij snel wordt het barokke jasje uitgedaan om in een aangename Genesis-trui verder te gaan. In Noturno gaat de focus in z’n geheel op de klassieke muziek en horen we een compositie die aansluit bij bijvoorbeeld het werk van Prokofjev. Vervolgens gaat de band in een meer progrock-getinte richting verder. Een nummer als Runas is buitengewoon aantrekkelijk en dat begint al met een geweldige mandolinepartij (ik had nooit gedacht dit ooit nog eens te zeggen) . In Horda klinkt de euforie door van een Rick Wakeman-compositie en dat is fijn. Dankzij het vakmanschap van een ieder is dit ook weer een goed nummer. Het afsluitende Kaizen wordt gekenmerkt door een flinke bassolo. Hoewel ik deze uitstekend vind, heb ik toch de meeste lof over voor de manier waarop de band daarna verder gaat, niet met veel bombarie, maar met een ingetogen viool. Wat een ambachtelijkheid.
In de eerste alinea van deze recensie vraag ik me af of dit een pareltje is. Het antwoord laat zich raden.
© Dick van der Heijde 2023