Jaartal (2022 (oskar)
Op “Signature”, z’n achtste soloalbum, ontpopt gitarist Eddie Mulder zich als een ware Stelvio Cipriani. Wie zegt u? Nou je weet wel, Stelvio Cipriani, de befaamde Italiaanse componist van filmmuziek. Niet dat er veel vergelijkingen tussen de composities van beiden te maken zijn, Cipriani schreef z’n muziek hoofdzakelijk van achter z’n toetseninstrumenten. We hebben hier weliswaar van doen met twee gedreven creatievelingen die schijnbaar moeiteloos tot de verbeelding weten te spreken met hun muziek. Met een beetje fantasie is het best in te beelden dat Mulder gitaarbewerkingen heeft gemaakt van een aantal Cipriani-composities. Natuurlijk is dat niet zo, alle composities op dit album zijn uiteraard van Mulder zelf, al dan niet in samenwerking met de mensen om hem heen.
Het is weer volop genieten van wat de Friese snarenvirtuoos ons voorschotelt. Het is weer een fraaie mengeling van akoestische en elektrische gitaar die hij hier laat horen terwijl hij ondersteuning krijgt van Gert van Engelenburg, Henk Stel en Rafal Paluszek op toetsen, Peter Stel op basgitaar en Albert Schoonbeek op drums. Tevens zijn er twee coryfeeën uit de prog aanwezig, Colin Bass (Camel) en Ton Scherpenzeel (Kayak), waardoor je enige indicatie hebt van het niveau. Mulder heeft dus ongeveer dezelfde club mensen om zich heen als op zijn vorige album, het briljante “Blind Hunter”.
Het album trapt af met het vlammende titelnummer Signature. De jazzrockallure van deze track brengt ons een heleboel tempo- en sfeerwisselingen van elektrische gitaar en synthesizer die bijeen worden gehouden door het fenomenale basspel van Colin Bass. Het komt een beetje over als een ouverture waarna het daadwerkelijke album kan beginnen.
Met de daaropvolgende nummers Seahaven en Winter Solstice 2021 neemt Mulder het nodige gas terug en krijgt het album dus een gevoelsmatige herstart. In Seahaven is er nog plaats voor toetsen, drums en elektrische gitaar, terwijl hij in Winter Solstice 2021 het alleen met z’n akoestische gitaar doet. Hier komen de vaardigheden van Mulder goed naar voren. Vervolgens wordt de sfeer wat donkerder in het oosters getinte Empty Woods. Steeds meer lijkt Mulder in z’n element te raken. Een nummer als Old Places heeft precies dat Cipriani-sfeertje, loom, jaren 70, jazzy en met het geluid van een fluit. Een klassetrack. In Late At Night ’22 komt een bijdrage van Ton Scherpenzeel voorbij en ook in Summer’s End laat de toetsenist zich gelden met pianospel en zweverige synthesizer. Het is een grote verdienste van Mulder zelf dat hij keer op keer weet wat nodig is om z’n wolken te scheppen. Erg sterk is Moods waar het kenmerkende spel van Mulder op de elektrische zessnaar zeer fraai omlijst wordt door z’n Leap Day maatje Gert van Engelenburg die z’n vingers heerlijk laat galopperen over z’n klavier. Er komen in dit segment van het album een aantal prachtige door akoestische gitaar voortgedreven nummers voorbij die stuk voor stuk fraai zijn ingekleurd, No Return, Enigma en The Flow. Met het afsluitende Balanced weet Mulder de luisteraars weer gigantisch aan te spreken met z’n emotioneel klinkende elektrische gitaar. Het is een gave om behebt te zijn met zo’n exquise snaarbehandeling, dat kan niet iedereen zeggen.
Het kan niet anders dan dat Mulder ontzettend trots moet zijn op dit album. De persoonlijke signatuur straalt er namelijk vanaf.
© Dick van der Heijde 2022