
De Amerikaanse band Dream Theater kan al meer dan dertig jaar beschouwd worden als de vaandeldrager van de progmetal. Hun fabuleuze spel vol machtige melodieën, flitsende solo’s en overrompelende ritmes met daaroverheen fraaie, elastische zangpartijen staan al die tijd garant voor sterke albums die wereldwijd enorm aanslaan. Je zou in alle gekte bijna vergeten hoe het allemaal begon.
“When Dream And Day Unite”, het debuutalbum van de band uit 1989, is met de wetenschap van nu eigenlijk een vreemde eend in de bijt geworden. Voor de zang tekent namelijk Charlie Dominici, de man die een jaar later al vervangen wordt door de vele malen beter zingende James LaBrie. Niet dat Dominici zwak presteert op de plaat, hij moet er alleen erg hard voor werken. De anderen lijken al die moeilijke partijen juist zo uit hun mouw te schudden.
Wat dit album zo speciaal heeft gemaakt naar mijn mening is de tomeloze hemelbestormersmentaliteit van een ieder. De gretigheid is enorm en dankzij het strakke, gedecideerde drumwerk van Mike Portnoy wordt het nergens een brij. Ik kan me nog goed herinneren hoe het album me indertijd wist te raken met zijn goed-geoliede dadendrang.
Alle nummers hebben wel wat. De korte zijn goed omdat ze kort zijn, de lange zijn goed omdat ze lang zijn. Neem wat dat korte betreft de eerste twee tracks, A Fortune In Lies en Status Seeker. Hun songmatigheid introduceert de band en z’n kwaliteiten uitstekend (afgezien van het wat dunne geluid) en vervolgens is daar Ytse Jam. Dit wervelende instrumentale stuk machtsvertoon heeft iets Rush-achtigs met al die indrukwekkende solospots. Het vormt de aanzet tot een sterke reeks hoogtepunten waarvan het epische The Killing Hand voor velen het allerhoogst zal zijn. Het is maar moeilijk onder woorden te brengen waarom dat zo is. Een andere hoogvlieger is Afterlife waarvan de melodielijnen buitengewoon fraai zijn. Het album sluit af met het door toetsenist Kevin Moore geschreven Only A Matter Of Time dat klinkt alsof het oude Marillion de kant van de progmetal is opgegaan. Deze afsluiter geeft bijna iets feestelijks aan de luisteraar. Heel goed heren.
John Petrucci, John Myung en Mike Portnoy hebben aan de wieg gestaan van deze band. Een bedankje is wel op z’n plaats.
© Dick van der Heijde 2021